Libra personeelsdiensten


Referentie

"Voor het eerst een medewerker aannemen was voor ons een hele stap. Libra Personeelsdiensten heeft ons succesvol begeleid bij het organiseren van dit traject. "

Vincent Kleine Visual Media



stamrecht - de voorwaarden

Let op de voorwaarden bij stamrechtvrijstelling

De voorwaarden voor toepassing van de stamrechtvrijstelling bij een ontslagvergoeding zijn strikt, blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Den Haag.

Bij ontslag van een werknemer komt het regelmatig voor dat hij financieel wordt gecompenseerd met een gouden handdruk. Zou hij het bedrag van deze ontslagvergoeding rechtstreeks op zijn rekening krijgen gestort, dan moet daarover loonbelasting worden ingehouden tegen het tarief voor bijzondere beloningen. Bovendien zijn er premies volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over verschuldigd. Voor de premieheffing werknemersverzekeringen is de ontslagvergoeding vrijgesteld, omdat het gaat om loon uit vroegere dienstbetrekking.

Stamrecht
De belastingheffing over de gouden handdruk kan worden uitgesteld naar een later moment door met de vergoeding een zogenoemd stamrecht te kopen. Als wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden kan de betaling van de koopsom belastingvrij blijven, maar worden de latere periodieke uitkeringen belast. Een van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan is dat het stamrecht nog niet is genoten. Van genieten is in fiscale zin sprake op het tijdstip waarop de vergoeding wordt betaald of verrekend, ter beschikking wordt gesteld aan de werknemer of rentedragend wordt, dan wel vorderbaar en tevens inbaar wordt. Deze voorwaarde is heel strikt.

Gouden handdruk
In de zaak voor Rechtbank Den Haag ging het om een werknemer die bij zijn ontslag op 25 maart 2004 een gouden handdruk meekreeg van € 55.000. Deze ontslagvergoeding werd op 4 mei 2004 door een notaris gestort op de rekening van de stamrecht-bv die deze man hiervoor had opgericht. De stamrecht-bv stortte het bedrag in twee delen op 10 mei 2004 en op 15 juni 2004 door naar bankrekeningen van de man.

Pas op 24 juni 2004 werd een stamrechtovereenkomst getekend waarin de gang van zaken werd geformaliseerd. Te laat, oordeelden de inspecteur en de Rechtbank. De man had door de overboekingen al over het geld kunnen beschikken, dus waren de inkomsten in fiscale zin genoten. Dit betekende dat de naheffingsaanslag van € 23.100, een boete en de heffingsrente in stand bleven.

Tip
Onlangs publiceerde de Belastingdienst een toelichting over belasting bij excessieve vertrekvergoedingen. Sinds 1 januari 2009 betaalt de werkgever 30% belasting over het excessieve deel van vertrekvergoedingen voor werknemers die op of na 1 januari 2009 bij hem uit dienst gaan. Hij betaalt deze zogenoemde pseudo-eindheffing alleen als het toetsloon meer is dan € 508.500 en voor zover de vertrekvergoeding hoger is dan het toetsloon. In de toelichting staat stap voor stap hoe u het toetsloon bepaalt en het excessieve deel berekent.
 

terug